Urinewegontsteking is een bacteriële infectie aan de urinewegen en komt ten minste één keer voor bij een derde van de vrouwen wereldwijd. Een terugkerende urineweginfectie is gedefinieerd als twee periodes van een urinewegontsteking in zes maanden of drie keer of meer in één jaar. Bij 35% tot 53% van de vrouwen die behandeld zijn voor een urinewegontsteking krijgt een terugkerende urineweginfectie binnen twaalf maanden.
De urinewegen zijn bedekt met een laagje slijmvlies. Door een aantal factoren die in het onderstaande plaatje weergegeven worden kunnen bacteriën je blaas binnen dringen en kan die slijmvlies ontsteken. Als dit in je lage urinewegen gebeurt, wordt dit een blaasontsteking genoemd. Als het in je hoge urinewegen gebeurt, kan dit leiden tot een nierbekkenontsteking.
In 90% van de gevallen wordt een blaasontsteking veroorzaakt door de E-coli bacterie, een bacterie veroorzaakt door ontlasting. De standaard behandeling van deze infectie is antibiotica. Hoewel antibiotica in eerste instantie zeer effectief zijn, het werkt niet voor elke patiënt en het is niet ideaal om op lange termijn te gebruiken. Ook is er geen consensus over de ideale dosis, duur en schema voor het behandelen van een urineweginfectie. Antibiotica helpt niet bij het oplossen van het risico dat er een terugkerende urineweginfectie komt. Daarnaast heeft antibiotica ook een aantal negatieve bijwerkingen, zoals antibiotica resistentie. Vanwege deze bijwerkingen zijn onderzoekers op zoek gegaan naar alternatieven zoals probiotica om behandeling te ondersteunen en om een terugkerende urinewegontsteking te vermijden.
Voor vrouwen die ondersteuning voor een gezonde blaas kunnen gebruiken kan cranberry een goede aanvulling zijn. In cranberries zitten bepaalde stoffen, proanthocyanides type A, die voorkomen dat bacteriën zich kunnen hechten aan de blaaswand. Hierdoor is het risico op bijvoorbeeld een blaasontsteking kleiner.
Naast cranberry kunnen probiotica (levende bacteriën) oraal of lokaal (middels een vaginale capsule) worden toegediend om de disbalans van de vaginale flora te herstellen. Door nieuwe soorten goede bacteriën toe te voegen aan de vaginale flora, kan er een omgeving worden gecreëerd waarin bijvoorbeeld de E-coli niet kan overleven. Ook kunnen probiotica een signaaltje geven aan de cellen van de blaas, om de immuunrespons te versnellen. Een E-coli bacterie heeft vaak een biofilm, een dikke slijmlaag. Antibiotica kunnen de bacteriën in deze biofilm niet doden, omdat ze niet door de laag heen kunnen komen. Probiotica kunnen in sommige gevallen de biofilm wel doorbreken, wat er voor zorgt dat het antibioticum beter zijn werk kan doen. Anti- en probiotica kunnen dus ook als combinatie worden gegeven. Al met al zijn probiotica veelbelovend als preventieve behandelmethode, vooral op de lange termijn.
Deze grafiek toont aan dat de probiotica stammen van Winclove de E. coli bacterie remmen.
De probiotica stammen die gebruikt zijn tijdens het onderzoek.