Inmiddels hebben veel mensen wel gehoord van CBD (de afkorting van cannabidiol), een stof uit de cannabisplant die niet high maakt maar wel je gezondheid op tal van manieren ondersteunt. Er gaan ontzettend veel geruchten de ronde over CBD. Zo ook dat het een lichaamseigen stof zou zijn. Dit is echter niet correct, al is de vergissing begrijpelijk. In dit blog kun je lezen waar deze verwarring vandaan komt.
CBD behoort tot een groep stoffen die cannabinoïden worden genoemd. De prefix ‘canna’ komt van het woord cannabis, de plant waar deze stoffen het eerst in werden aangetroffen. In de jaren 1960 deed een groep onderzoekers, onder leiding van professor Raphael Mechoulam, onderzoek naar cannabis. Naast het kunnen isoleren van de moleculen CBD en THC, wilden ze het werkingsmechanisme van cannabis bij mensen ontdekken. Hoe kwam het dat mensen (en dieren) zo sterk reageren op cannabis? Wat deed cannabis precies in onze hersenen en ons lijf, en waarom zijn er bij mensen zoveel verschillende reacties (lachen/praten/angstig zijn/ veel willen eten, etc) te zien?
De groep onderzoekers ontdekten dat in de membranen van menselijke cellen (de afscheiding van de cel) receptoren zitten waar cannabinoïden uit cannabis zich aan kunnen binden. Deze receptoren zou je kunnen zien als een soort sleutelgaten in het celmembraan. Een stof als een cannabinoïde past als een soort sleutel op dit slot van de cel. Moment dat dit gebeurt, vindt er een bepaalde actie plaats in de cel. Denk hierbij aan het produceren van een bepaald eiwit of het afbreken van vetten of suikers.
Er werden 2 soorten cannabinoïden aangetroffen: cannabinoïde bindende receptor type 1 (CB1) en cannabinoïde bindende receptor type 2 (CB2). De onderzoekers zagen dat tetrahydrocannabinol (THC), de psychotrope stof van cannabis, zich kan binden aan de CB1 receptor en in mindere mate aan de CB2 receptor. Nu rees de vraag waarom het menselijk lichaam blijkbaar receptoren had die speciaal leken gemaakt te zijn voor stoffen uit cannabis? Het antwoord op die vraag kwam ruim tien jaar later: onderzoekers zagen dat mensen zelf ook stoffen aanmaken die aansluiten op de CB1 en CB2 receptoren. Omdat deze receptoren al naar cannabinoïden waren vernoemd werden deze nieuwe lichaamseigen stoffen endocannabinoïden genoemd. Oftewel lichaamseigen cannabinoïden (endo staat voor ‘van binnen’).
Als eerste werd een endocannabinoïde ontdekt die zich kon binden aan de CB1 receptor. Deze stof, anandamide genaamd, zorgt voor een aangenaam, gelukkig gevoel en werd vernoemd naar een woord uit het Sanskriet: ‘ananda’ (wat ‘innerlijke gelukzaligheid’ betekent). De tweede endocannabinoïde die werd ontdekt is 2-AG. Deze stof kan zich binden aan de CB2 receptor, wat vooral van invloed is op, en ten gunste komt aan ons immuunsysteem.
De CB1 en CB2 receptoren vormen samen met de endocannabinoïden het endocannabinoïdesysteem. Van cannabidiol (CBD) is gezien dat deze stof weinig ‘affiniteit’ heeft met de CB1 receptor. Dit betekent dat CBD zich niet goed aan deze receptor kan binden, en er dan ook geen direct effect op kan uitoefenen. CBD kan wel de CBD2 receptor beïnvloeden. Daarnaast zijn er tal van andere receptoren in het lichaam waar CBD effect op uitoefent.
CBD is dus géén lichaamseigen stof. De verwarring is ontstaan doordat mensen zelf stoffen aanmaken die lijken op stoffen als CBD, en in het lichaam op een soortgelijke manier werken.
Samenvattend nog de volgende punten op een rijtje:
- CBD wordt in de hennepplant aangemaakt.
- Endocannabinoïden (als anandamide en 2AG) worden in het menselijk lichaam aangemaakt.
- CBD is een fytocannabinoïde.
- Fytocannabinoïden zijn eerder ontdekt dan endocannabinoïden (lichaamseigen cannabinoïden).
- Endocannabinoïden zijn vernoemd naar fytocannabinoïden.
- CBD heeft effect op bepaalde receptoren in het menselijk lichaam (waaronder de CB2 receptor).
- CBD is géén lichaamseigen stof, maar heeft wel effect op dezelfde receptoren waar lichaamseigen stoffen ook effect op hebben.
Geschreven door Dyveke Kok