Promotieonderzoek van Caroline de Theije van de Universiteit Utrecht laat een overtuigend verband zien tussen darmproblemen en afwijkingen in de hersenen. Zo ontdekte zij dat bij muizen die autistisch gedrag vertonen, ook de werking van de darmen is verstoord. Andersom blijkt een activatie van het immuunsysteem in de darmen gepaard te gaan met veranderingen in de hersenen en afwijkingen in het gedrag. Een dieet met speciale voedingsstoffen kan darmproblemen en afwijkend gedrag voorkomen. Caroline de Theije promoveert op 25 juni.
Caroline de TheijeKinderen met autisme hebben relatief vaak darmproblemen, maar over de vraag of er daadwerkelijk sprake is van een relatie tussen de darmen en de hersenen bij autisme, waren onderzoekers het tot nu toe niet eens. Met haar promotieonderzoek laat Caroline de Theije nu overtuigend zien dat dit verband er bij muizen inderdaad is én dat het mogelijk is met een dieet processen in de hersenen te beïnvloeden. “Wij denken dat de interactie tussen de darmen en de hersenen ook voor mensen van belang is, maar om dat hard te kunnen maken is nog veel vervolgonderzoek nodig”, benadrukt co-promotor dr. Aletta Kraneveld.
Autistisch gedrag
In het eerste deel van haar onderzoek toont De Theije aan dat mannelijke muizen die autistisch gedrag vertonen een ontsteking hebben in de dunne darm. Ook is de samenstelling van de bacteriepopulaties in hun darmen (de microbiota) veranderd. Deze afwijkingen in de microbiota komen overeen met de afwijking die bij veel autistische kinderen gevonden is.
Voedselallergie
In vervolgstudies onderzocht De Theije of darm-herseninteracties ook optreden als het immuunsysteem in de darmen geactiveerd wordt door een voedselallergie. Dit bleek inderdaad het geval. Muizen die voedsel kregen waarvoor ze allergisch waren, gedroegen zich minder sociaal, vertoonden meer repetitief gedrag en hadden minder leervermogen. Dit ging gepaard met veranderingen in hersengebieden die relevant zijn voor sociaal gedrag.
Dieet
Daarnaast onderzocht De Theije het effect van een dieet, gegeven tijdens de zwangerschap en in de eerste periode na de geboorte van de muizen die autistisch gedrag vertonen. Het dieet bevatte specifieke voedingsstoffen die bevorderlijk zijn voor zowel het immuunsysteem in de darmen als het centrale zenuwstelsel. De nakomelingen die het dieet hadden gekregen, hadden geen darmproblemen en vertoonden geen gedrag dat lijkt op autisme. Een vergelijkbaar effect werd gevonden op het verstoorde gedrag van muizen met een voedselallergie.